Zie jij ook die idyllische reels voorbij komen op instagram van reizen in een omgebouwd busje en denk je dan ook “wauw, dat zou ik ook wel willen samen met mijn hond”?! Wij gingen deze zomer op vakantie met onze hond in een campervan. We trokken samen met onze Weimaraner Venna voor een klein weekje naar Tirol en de Beierse Alpen in een gehuurde campervan. In deze blogreeks vertel ik je al onze ervaringen en onze reisroute. Hieronder lees je alvast onze belevenissen van dag 4.
P.S.: Ik liet mijn professioneel fototoestel thuis, dus please forgive me dat ik zoals een échte toerist foto’s nam met mijn smartphone 😉
Met een bang hartje naar de Drachensee en Seebensee
Bij mijn voorbereiding van deze reis ontdekte ik twee prachtige bergmeren, Drachensee en Seebensee, die je in 1 wandeling met elkaar kon combineren.
Al gauw ontdekte ik ook dat er een toeristische over-de-koppen-lopen-route was en een niét-toeristische route waar je je werkelijk alleen zou wanen op de wereld. Je raadt het al…Ik besloot dat ik die laatste wou doen.
Ik wist op voorhand dat het fysiek een uitdaging voor mij zou worden. Ik was al gewaarschuwd door al mijn opzoekingswerk over deze tocht. Maar toch. Ik woú absoluut deze bergmeren met mijn eigen ogen zien. Én, ik wou echt genieten van de natuur, en dat alleen-op-de-wereld-gevoel ervaren.
De avond ervoor had ik aan Michael gevraagd om de route uit te stippelen zodat hij het hoogteprofiel zou kunnen zien en hij mij kon zeggen of ik dit wil zou kunnen… De twijfel begon al een beetje toe te slaan bij mij.
Toen zijn hoogteprofiel klaar was en hij op het punt stond om die aan mij te tonen, zei ik: “wacht, het is misschien beter dat ik het niét weet, en dat ik het gewoon doé”. Maar hij wou toch dat ik zou weten wat er komen zou en hij verzekerde me dat het zwaar ging worden, héél zwaar, maar dat hij in mij geloofde, dat ik het zou kunnen. Ik mocht het tempo bepalen. Oké, check, ik kán dit!
Nog snel de tickets gekocht voor de kabellift en dan – al lichtjes nerveus – vroeg naar bed, want we wouden uitgerust aan onze zware tocht kunnen beginnen. Dat was buiten Venna gerekend, want midden in de nacht besloot ze ons wakker te maken. Ze had het koud en wou mee in het Grote Bed. Zo groot is dat bed in de camper nu ook weer niet, dus het was vechten voor een plaatsje en wat deken…
Onze tocht naar Drachensee en Seebensee - Part one
Na een goed ontbijt in onze camper reden we naar de Ehrwalder Alm kabelbaan. We waren een van de eersten die naar omhoog gingen. Venna mocht mee, zonder muilband. Ze heeft dat héél flink gedaan, maar dat verwonderde me ook niet. Venna is niet echt een angsthaas als het op avontuur aankomt. Dat heeft ze waarschijnlijk meer van haar pappie, dan van mij 😉
Toen we uitstapten uit het liftje kwamen we aan op de Ehrwalder Alm, waar je ook een berghut hebt waar je iets kan eten en drinken. Wij startten onze wandeling van daaruit.
Het eerste stukje is echt chill, relatief vlak, door graslanden waar ook koeien en paarden grazen.
Niet veel later begonnen we aan onze eerste klim door de bossen, waar de wortels van de bomen natuurlijke trappen vormden. Hello 1001 non-stop squat oefeningen!
Oké goed, dat had ik al overleefd, en mijn moraal zat nog altijd goed. Ik kon ook even uitrusten, want het volgende stukje was weer vlak en kwam ook een stukje langs de toeristische route. Op dat moment beseften we allebei dat we écht wel blij waren dat we straks die grote bende toeristen letterlijk achter ons zouden kunnen laten.
Op een gegeven moment gaat de massa toeristen rechtdoor, waar wij linksaf moesten slaan, om omhoog te wandelen. Je ziet letterlijk iedereen kijken en denken: “hé waar gaan jullie naartoe?! Het is toch rechtdoor???” Niet voor ons dus.
Dit is het stukje waar Michael me al voor verwittigd had. We gingen steil naar omhoog gaan, de ene bocht na de andere. Bij elke bocht, hoe kort het stukje daarvoor ook was, zouden we even stoppen. Zo gezegd, zo gedaan.
Ondertussen had ik al een playlist opgezet op Spotify met Motivational Songs 😉 Ze duwden me letterlijk de weg omhoog. Denk maar aan “I’m unstoppable” enzovoort. Mijn moraal zat nog altijd énorm goed. Er was zelfs een momentje waar er een enorm gevoel van trots en dankbaarheid over me heen viel, dat ik zelfs de tranen in mijn ogen kreeg. Ik was dit gewoon aan het doen! Ongetraind, onvoorbereid, op mijn eigen tempo.
Toen we boven de bossen uitkwamen, rees er een prachtige bergtop voor ons op uit het landschap. Ik zie mezelf daar nu nog altijd gewoon staan en denken: wauw schoon! Niet beseffende dat ik die ook OVER moest!!!
Achteraf gezien was het naïef van mij. Maar ik dacht dus serieus dat we die bergmeren zouden bereiken door continu te stijgen in een bosachtige omgeving. Een omgeving en een setting die voor mij wel bekend zijn en dus ook vertrouwd aanvoelen. Dat kan ook helemaal niet, want we moesten stijgen tot 2.234 meter. Boven de 2.000 meter groeien er helemaal geen bomen meer!
Ik schrok dan ook initieel toen ik besefte dat ik die bergtop over moest, en dat de ondergrond drastisch anders werd. In plaats van stevige grond onder mijn voeten te voelen, moest ik nu over losliggende kiezels naar omhoog.
En op dat moment kreeg ik last van hoogtevrees. Ondanks mijn goede wandelschoenen die best wel veel grip bieden (Michael heeft dit op zijn sportschoenen gedaan, want bij het inpakken had hij bewust zijn wandelschoenen thuisgelaten omdat het “met Annelies toch alleen maar softe wandelingen gingen zijn”) gleed ik af en toe uit en ik zag nu ook hoe hoog we eigenlijk al waren, want we waren de bossen uit.
Ik volgde Michael zijn voetsporen en ging op mijn tempo, soms op handen en voeten, naar omhoog, mét mijn Motivational Songs op de achtergrond…
Ik bereikte het punt waar Michael en Venna op mij stonden te wachten. “Goed gedaan liefie, hier mag je tien minuutjes uitrusten”.
Ik plofte neer op een rotsblok en liet mijn ademhaling en hartslag een beetje tot rust komen en Michael gaf mij de fles water aan terwijl ik in me opnam wat ik net had afgelegd.
De man met de hamer
Op dat moment komt er een wandelaar vanuit de tegengestelde richting langs ons. Een andere wandelaar zou gewoon Hallo zeggen en weer verder gaan, maar nee. Deze begon ongevraagd een – niet zo aangenaam – gesprekje met ons.
Hieronder ons gesprekje, vrij vertaald uit het Duits 😉
“Waar gaan jullie naartoe, denken jullie?”
‘Naar de Drachensee’, antwoord ik
“Ah nee, dan zijn jullie verkeerd!”.
Ik zeg al tegen Michael: Da meende nie eh! Hij zegt dat we verkeerd gewandeld zijn. Waarop Michael overtuigd is dat we nog altijd op de juiste weg zijn. Dus ik zeg tegen die Duitssprekende man:
‘Nenee, Drachensee, Cobürgerhütte en zo via de Seebensee terug naar de kabelbaan’
“Nee jullie hadden het omgekeerd moeten doen, éérst de Seebensee om dan naar de Drachensee te gaan, zoals ALLE ANDERE toeristen”
‘Nee, dat wouden we niet, we hebben deze weg gekozen’
Hij bekijkt me even en zegt kort daarop “Phoe, hoe jij nu al staat te hijgen, dan is wat je nu net gedaan hebt nog lustig (Duits voor: plezant, geestig, leuk). Wat je daarboven nog staat te wachten, is heel wat anders, je moet over grote rotsblokken klauteren, langs smalle paadjes, die soms misschien maar 30 cm breed zijn en het is echt nog LAAAANG voor je de Drachensee gaat tegenkomen. En ik mag hopen dat je met zo’n hitte als vandaag genoeg water bij hebt, ook voor de hond, want je komt niets meer tegen om te drinken, buiten een klein meertje waar je de hond eventueel nog eens kan laten drinken.”
Ik had er genoeg van, van dit gesprek. Hij geloofde absoluut niet dat ik het zou kunnen, en begon me zelfs wat in het belachelijke te trekken. Hij mocht voortlopen van ons…
Toen hij wat verder gelopen was, zei ik tegen Michael: “fuck jong, ik krijg schrik, wat die allemaal gezegd heeft. Ik durf niet meer.” Maar ik durfde ook niet terug naar beneden, want het ging steil naar beneden over die kiezelsteentjes, waar ik bergop al op uitgleed.. Laat staan dat ik het bergaf zou moeten doen!
Er was dus maar één weg: verder naar omhoog. Michael praatte op mij in, zei vol overtuiging dat hij mij kent, en dat hij zéker weet dat ik dit ging kunnen en dat ik niet moest luisteren naar “dinne vent”.
DE WEG NAAR DE DRACHENSEE - ECHT NIET VOOR DOETJES
Ik zette mijn Motivational Songs uit en ging samen met Michael en Venna verder op pad. Ik durfde niet meer rond mij heen kijken, want de hoogtevrees besloop me. De man zijn stem en zijn woorden bleven nagonzen in mijn hoofd. De angst installeerde zich beetje bij beetje bij elke stap die ik zette.
Gedachten als: “Wat als wij hier iets tegenkomen? Niemand gaat ons vinden… Wat als Venna een poot breekt en we niet meer verder kunnen? We zitten hier echt in the middle of nowhere” wisselden elkaar een voor een, meermaals in mijn hoofd af.
Ik deelde mijn bezorgdheden met Michael, want ik weet dat als er één persoon is die mij kan geruststellen, dat híj het wel is… En dat deed hij… “Dan bellen we wel een helikopter”, zei hij, “we gaan niet naar een hoogte waar een helikopter niet meer zou kunnen komen, dus maak je geen zorgen daarover.”
Maar het was maar van korte duur. Die man was in mijn hoofd gekropen en ik kreeg hem er niet uit. Michael zag het ook en hij benoemde het wat ik al al die tijd dacht: “Die man is in je hoofd gekropen, en je komt jezelf nu tegen, dit is je mentale weerslag en je moet je erover zetten.”
Klopt … En of ik mezelf tegenkwam, daar op die berg, nog geen klein beetje, amai! Maar de angst voor wat komen zou, bleef maar aanwezig en bleef mijn functioneren echt domineren. Ik genoot niet meer van deze tocht, en ik WOU hier zo graag van genieten! Ik besloot dat ik dan maar zou doen wat het beste was in dit geval: me overgeven aan die angst, er niet meer tegen vechten. Ik liet twee tranen, letterlijk, om wat spanning van mij te laten afglijden. Maar Michael bleef alert, en wist ook dat hij me niet mocht laten opslokken door die angst, niet op die plek, want anders zou ik geen voet vooruit of achteruit niet meer durven zetten hebben.
En alsof het universum me wou helpen, kwam er op dat eigenste moment een gezin vanuit de tegenovergestelde richting wandelen, met twee kleine kindjes. Ik schatte ze een jaar of 5 en 7 … Dus Michael sprak me opnieuw moed in: “Zie, als die kindjes dat kunnen, dan kan jij dat ook”. YES! Ik pakte mijn moed opnieuw samen en we gingen verder.
Op een gegeven moment zei ik ook gewoon tegen Michael: “Luister niet naar alles wat ik nu ga zeggen, maar ik MOET gewoon mezelf luidop moed in praten”. En dat deed ik ook: “Er is maar één weg: vooruit! Ik moét die berg over, ik heb géén andere keuze. Komaan Annelies, stap voor stap. GE KUNT HET! Zolang je benen je kunnen dragen en je voeten de ene stap na de andere zetten, kán je nog (ik moest hier instant denken aan de woorden van de Fly in de afleveringen van de Special Forces die ik hier aan den lijve mocht ondervinden… ‘t is écht waar wat hij zegt.)
En alsof dat nog niet genoeg was, begon ik de man met mijn mentale hamer ook nog eens uit te kafferen, haha. “Waarom kon je nu niet gewoon doorlopen, zoals fucking elke andere wandelaar?! Ik heb u toch niets gevraagd? Of wel soms?! Awel, zegt dan ook niets godverdomme! Gij gelooft misschien niet in mij, maar IK WEL, en das de énige die in mij moet geloven, IKKE!” (ik moet toegeven dat ik op dat moment ook wel wat licht in mijn hoofd was door de hoogte waarop we ons bevonden, haha)
Dat was het moment waaruit ik uit mijn mentale dip ben gekropen, enkele uren verder… En ik opnieuw kon beginnen genieten van het landschap, van de fysieke beproeving die ik – zonder enige voorbereiding!!! – aan het doen was, hoe zwaar het ook was. Het gaf me massa’s voldoening.
IK MAG MEZELF NU OFFICIEEL ALPINIST NOEMEN 😉
Het moment waarop ik aankwam op de top van de berg kan ik eigenlijk niet beschrijven. Ongeloof en tegelijk een immense trots. Trots dat ik dit punt bereikt had, dat ik had doorgezet, dat ik het mentale gevecht gewonnen had, trots dat ik dit puur op mentale wilskracht had gedaan, want de fysiek had ik er zéker niet voor.
Michael reikte me mijn jasje aan, een fles water en dwong me om een banaan te eten. Ja, hij heeft echt zo goed voor mij gezorgd tijdens die tocht. Ook Venna kreeg te drinken en kreeg wat extra te eten. Een selfie en een high five mochten uiteraard niet ontbreken op dit punt. We’ve made it! We stonden op de Tatjatörl op 2.259 meter hoogte. Michael wenste me proficiat. “Ik ben zó trots op jou! Je mag jezelf nu alpinist noemen ;-)”
Na de kleine pauze gingen we over de bergtop verder, nu bergafwaarts en niet veel later zagen we de Drachensee opduiken. Het landschap was écht om te genieten nu. A-dem-be-ne-mend MOOI! Ik keek rond en waande me zelfs in Schotland (toegegeven, ik was op vakantie net een van de boeken van de Outlander-reeks aan het lezen, haha).
Aangekomen aan de Drachensee zei ik tegen mezelf (deze keer gewoon in gedachten, want er waren nog andere mensen om ons heen, haha): Annelies, kijkt hier eens goéd naar, want je gaat hier nooit meer terugkomen… en ik was zó blij dat ik daar was, dit was werkelijk een van de mooiste meren die ik al gezien had.
Ik kon er wel uren blijven zitten, maar Michael, de man van de timings en het kaartlezen, wou niet te veel treuzelen.
DRACHENSEE - COBURGERHUTTE - SEEBENSEE
We besloten nog een tussenstop te maken aan de Cobürgerhütte, om van het uitzicht op de Drachensee te genieten met een grosses Cola. Venna zocht meteen de schaduw op onder de tafel en deed een powernapke. Een half uurtje later vulde ik onze drinkflessen aan en zetten we onze tocht verder, deze keer dus onvermijdelijk langs de toeristische route, richting de Seebensee.
Aanvankelijk was ik wat teleurgesteld door de Seebensee. Ik vond instant dat er niets meer kon tippen aan de Drachensee, tot we verder wandelden en vanuit een ander perspectief zicht kregen op de Seebensee. Toen vond ik het éven prachtig.
Een snelle selfie werd al gauw een familieportretje gemaakt door een gezin Nederlanders.
Terug door de bossen richting de kabelbaan. Aanvankelijk wouden we daar ook nog even wat drinken aan de berghut, maar onze billen raakten letterlijk nét de houten bank toen we in de verte weer gerommel hoorden in de lucht. Nope, we gingen het risico niet nemen, en we besloten meteen de kabellift te nemen en naar de camper te gaan. We zouden in de camper nog wel een colaatje drinken uit “onze frigo”.
In de camper zei ik nog tegen Michael dat ik spijt had dat ik die vent zijn nummer niet had, want ik had hem zó graag een fotooke gestuurd van toen ik op de top stond (hier sie, ik heb het gehaald, in your face!). Ik grapte nog tegen Michael over die man: “Hij moet jou eerst gezien hebben en gedacht hebben: “Ja ca va, een sportieve, ervaren wandelaar, die dit wel gewend is, komt zeker goed” en dan moet hij mij gezien hebben en gedacht hebben “en daar heb je zijn wanna-be-sporty-spice-vriendinneke”. Enfin, ondertussen kon ik er toch al wat mee lachen 😉
Mijn grote levensles
Uiteindelijk was ik die man ook wel dankbaar, want hij had mijn overwinning nóg mooier gemaakt. Ik had een mooie levensles aan hem te danken die ik nooit ga vergeten. Hij stond symbool voor tegenslagen of een terugval in je leven. In die bergen daar heb ik beseft dat het niet uitmaakt als iemand anders niet in jou gelooft. Dat je niet moet luisteren als anderen je op andere gedachten willen brengen, als jij rotsvast overtuigd bent en voor je einddoel wil gaan. Da’s het enige wat telt, je hebt de goedkeuring van een ander niet nodig om je dromen na te jagen. Zolang je maar in jezelf en in je eigen kracht gelooft, kan je letterlijk bergen verzetten.
Toen ik op de top van de Tatjatörl stond besefte ik dit maar al te goed, en ik wou een ankerpuntje meenemen om me daar altijd aan te kunnen herinneren. Dus ik besloot om een klein steentje mee te nemen waaruit ik ongetwijfeld later in mijn leven nog veel moed en kracht zou kunnen putten.
trots en dankbaar
Ik wil toch ook nog even zeggen hoe ongelofelijk trots ik ben op Michael en hoe dankbaar ik ben voor hem. Er is werkelijk niemand anders op deze wereld met wie ik dit zou willen, kunnen en durven doen hebben. Ik heb hem blindelings vertrouwd en zijn voetsporen letterlijk gevolgd alsof hij die wandelroute als zijn broekzak kende. Hij heeft voor mij gezorgd. Hij heeft er me mentaal doorheen getrokken. Hij dwong me om pauzes te nemen. En … Hij zorgde voor Venna. Hij hield haar continu in de gaten en las haar behoeften.
OPGEPAST, NIET GESCHIKT VOOR ALLE HONDEN
Ik ben ook zo trots op Venna, en dankbaar dat ik dit avontuur met mijn hondenkind heb kunnen beleven, een herinnering – letterlijk – voor het leven! Ook zo trots dat zij dat parcours heeft kunnen afleggen, dat zij zo avontuurlijk en zelfzeker is dat wij haar gewoon los konden laten. Door haar speurtrainingen op vermiste personen sinds haar puppytijd kon zij dit gewoon aan, en was dit type terrein geen onbekende voor haar. We wisten dat we konden rekenen op haar tredzekerheid en dat ze steeds de meest veilige weg voor haar zélf zou uitkiezen. En daarmee wil ik ook zeggen dat deze wandeling zeker niet geschikt is voor álle honden. Dus please, kén je hond, en hou daar rekening mee als je deze wandeling ook zou willen doen. Wij hebben tijdens de wandeling meermaals tegen elkaar gezegd dat we dit met onze andere hond, Bito, absoluut niet zouden gekund hebben, dat het zijn dood zou geworden zijn.
Ik moet je niet vertellen dat onze kaars na 7 uur wandelen, 20 km en iets van een 1000 hoogtemeters afgelegd te hebben door de bergen echt vollédig uit was en dat ik dus al zéker geen zin meer had om nog te koken in de camper. We besloten dan ook al gauw om onszelf te trakteren op een fancy etentje in een restaurant en om – moe maar oh zo voldaan – vroeg in ons bed te kruipen om terug op krachten te komen voor de volgende dag. Wat onverwachts onze laatste dag bleek te zijn…
Stay tuned!